Wie de film Fight Club kent, denkt vaak eerst aan de slogan van Fight Club: First rule of Fight Club, you do not talk about Fight Club. En de tweede regel is ook iets in die trant. Wat me altijd heeft geïnspireerd aan het dunne pakket aan regels van Fight Club, is hoe weinig regels het zijn. Het heeft me er zelfs toe geïnspireerd om zelf een nog magerdere hoeveelheid leefregels te formuleren. De regel die ik heb verzonnen luidt als volgt:
De enige regel is dat er geen regels zijn.

Laat me mezelf toelichten en u de lezer meenemen in mijn gedachtengang. Het schijnt u natuurlijk toe dat deze regel van een nogal merkwaardige aard is. Als de regel is dat regels er niet zijn, dan getuigt dat toch op zijn minst van een bepaalde dubbelzinnigheid die de geur draagt van een heftige ironie. Precies! Precies dat! Niet alleen heb ik met mijn stelling voor elkaar gekregen dat er geen regels meer bestaan, ik produceerde er als bijproduct nog wat ironie naast.

Nu, ik hoor u denken “maar hoezo dan geen regels? Er moeten toch wetten zijn, want anders wordt het een grote teringbende!”.... Het is inderdaad het geval dat er wetten zijn, die ons voorgeschreven zijn, die al bestonden voor we geboren waren (althans voor de meesten dan, op Keanu Reeves na). In zo’n wereld zijn we inderdaad geworpen door onze moeders. Dat wil echter niet zeggen dat regels bevragen, ze af en toe tussen haakjes zetten, niet een emancipatoire noodzaak is van elke nieuwe generatie.

Maar laat ik voor het gemak een praktische reflectie ondernemen. Wat ik heb geleerd, na een kortstondig onderzoek, is dat we in ons “land van 1000 meningen” ongeveer 2500 wetten hebben. Er komen jaarlijkse basis ongeveer 86 wetten bij en een wet bestaat gemiddeld ongeveer 25 jaar, voor ie wordt vervangen. Het begint mij nu allemaal een beetje te duizelen, zo ontzettend veel dat het er zijn.

Wat wetten en regels overeenkomen is dat ze een gedefinieerde begrenzing zijn van menselijk gedrag. Een soort van gebiedsbegrenzing, daar zou je het ook wel mee kunnen vergelijken; wat we weleens tegenkomen in een kinderachtige vorm van ‘niet op het gras lopen’. Of bijvoorbeeld de pijlen voor de looprichting, dat is de praktische vorm waarin we de door de mens geformuleerde wetten tegenkomen.

Ik ben zelf vooral erg regel moe, de regelzucht die er heerst lijkt een onstopbare locomotief te zijn, zonder enige kans op versimpelingen. Er zijn soms wel versoepelingen, maar het wordt er per saldo niet gemakkelijker op. Er is altijd een tendens geweest naar ‘meer regels’, hoezeer men graag ‘minder regels’ zou willen. Ockhams razor wordt weinig gebruikt in politieke kringen, kun je wel stellen. Het is om moedeloos van te worden,... moedeloos en droefgeestig.

Toen ik laatst mijn stelling vol trots de wereld in slingerde, temperde een vriendin mijn enthousiasme subiet. Ze zei “zodra je veel mensen hebt, dan heb je regels nodig, anders kan je niet samenleven”. Hoewel ik genoeg argumenten had om tegen te werpen, wist ik ook wel dat ze een klein beetje gelijk had. Zonder regels wordt samen-leven veel meer een samen-overleven; zijn we overgeleverd aan de ongetemde grillen van de ander en dat kan ons in theorie allen parten spelen. En al laten we de formele wetten vervallen, dan blijven er ongeschreven regels etc… Allemaal zalvende argumenten die ik nog verder uiteen zou kunnen zetten, maar laat ik u sparen beste mens.

Volgende uit mijn stelling ‘de eerste regel: er zijn geen regels’ zou mijn miniatuur devies zijn, overtreedt een beetje de regels die er toch al niet toe deden. Vecht een beetje terug tegen de regelzuchtige mens, door onachtzaamheid en vriendelijkheid. Loop een keer over het gras, plas een keer wild, bouw een schuurtje zonder de gemeente in te lichten. Doe het met goede bedoelingen, gaat voort, maar vecht een beetje terug. En onthoud de eerste regel van Fight Club ‘you do not talk about’ ‘just do it’!
Sorry ik wet niet wat je bedoel